Bij aanschaf van een nieuwe bestelauto factureert de dealer geen BPM. Dit heeft te maken met de BPM-vrijstelling voor bestelauto's die worden geregistreerd op naam van een ondernemer. Ondernemers hebben door deze vrijstelling geen BPM-voorfinancieringslasten bij aanschaf van een bestelauto. Wel moet je voor deze vrijstelling voldoen aan de eis dat de auto wordt geregistreerd op naam van een ondernemer die ook zo is geregistreerd voor de BTW én moet je de bestelauto voor ten minste 10% voor zakelijke ritten gebruiken.
Ondernemers hebben in de meeste gevallen een BTW-nummer. Het kan echter voorkomen dat dit nummer niet bij de ondernemer bekend is omdat de ondernemer van BTW is vrijgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor ziekenhuizen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen etc. Zij kunnen echter evenals BTW-belaste ondernemers in aanmerking komen voor de BPM-vrijstelling op hun bestelauto.
Ook voor geleaste bestelauto's geldt de BPM-vrijstelling. Voor bestelauto's in de verhuur of shortlease geldt de vrijstelling ongeacht wie de feitelijke gebruiker is, als de contractsduur niet langer is dan vier weken. Voor langer lopende contracten moet de leasemaatschappij kunnen aantonen dat lessee (de leasenemer) een ondernemer is die zelf ook de BPM-vrijstelling zou krijgen als hij de bestelauto gekocht zou hebben. De leasemaatschappij heeft hiervoor onder meer een zogenaamde ondernemersverklaring van de lessee nodig.
Particuliere kopers van een nieuwe bestelauto dienen zelf zorg te dragen voor afdracht van de BPM. In principe krijgen zij daarvoor van de belastingdienst een formulier toegezonden zodra geconstateerd wordt dat de auto op naam van een niet-ondernemer wordt geregistreerd. Maar ook zonder toezending van dit formulier geldt voor hen een BPM-aangifteverplichting.
Ondanks deze BPM-vrijstelling wordt het BPM-bedrag wel in de kentekengegevens vermeld. Dit bedrag is namelijk van belang voor de BPM-afdracht door particulieren en voor de bijtelling voor privégebruik.